Booklet Nederlands
Kamermuziek
“Kamermuziek: muziek gecomponeerd voor kleine ensembles van instumentalisten.” De grootste autoriteit op het gebied van muziek, de Encyclopedia Britannica, laat er geen twijfel over bestaan: het woord instrumentalisten is cruciaal. Zangers zijn niet welkom in de kamermuziek. Het vocaal kwartet Damask is het daar niet mee eens. Deze groep, bestaande uit sopraan Katharine Dain, mezzosopraan Marine Fribourg, tenor Guy Cutting en bariton Drew Santini, heeft zich met heel hun hart gewijd aan de vocale kamermuziek. Voor dit kwartet heeft de definitie van kamermuziek niets te maken met de instrumentatie ervan, maar des te meer met een houding, een omgeving, een diepgaande communicatie en betrokkenheid. Aangezien dit het doel van het kwartet is, is het een natuurlijk gevolg dat zij hun muziek ‘kamermuziek’ noemen. Dit perspectief werd bevestigd toen zij in 2017 een kamermuziek residency mochten aangaan in Snape Maltings, de thuisbasis van het gerenommeerde Aldeburgh Festival. Zij waren de eerste groep ooit die deze eer ontvingen en géén strijktrio of -kwartet waren.
Meestal wordt vocale kamermuziek van na de Barok uitgevoerd door zangers die voor de gelegenheid bij elkaar zijn gekomen, bijvoorbeeld voor een festival of een opname. Damask is daarentegen al een tijdje een vaste groep. Katharine legt uit dat deze toewijding een cumulatief effect op hun muzikaliteit heeft: ´Wij zingen dit repertoire al jaren. Dat geeft ons een zekere energie en een intimiteit met elkaar en met de stijl, die je in ad hoc ensembles nooit vindt. Met Damask groeien wij samen muzikaal. Het ensemble helpt ons dit repertoire op een langere termijn te dienen en te verdiepen.
Brahms als glanzend middelpunt
Het is wellicht geen verrassing dat dit betrokken ensemble Johannes Brahms (1833-1897) tot het hart van zijn debuut-cd, O schöne Nacht, heeft gemaakt. Deze Duitse componist staat uiteraard bekend als de grootste kamermuziekcomponist van de negentiende eeuw, sowieso de onbetwiste Gouden Eeuw van de kamermuziek. Maar ook voor Damask zelf is deze componist belangrijk: zijn muziek is al jaren de draagbalk van het Damask-repertoire. Een repertoire dat van Schumann en Schubert vóór Brahms reikt tot de twintigste eeuw en hedendaagse muziek. ´Maar,´ zegt Marine, ´tóch komen we altijd weer uit bij Brahms.´
Met Brahms als focus verkent het ensemble ook drie minder bekende tijdgenoten en vrienden. Elke componist heeft zijn eigen stem en samen schetsen zij een rijk beeld van de Romantische stijl en invloed. Guy: ´Jenner is heel theatraal, terwijl Herzogenberg meer lyrisch schrijft en Kirchner juist met veel passie. Zij voegen allen aspecten toe aan de vocale muziek van Brahms. Bovendien schreven zij gewoon fantastische muziek die zelden uitgevoerd wordt. Het is een avontuurlijk mengsel van bekend en onbekend. ´
O schöne Nacht
De titel van deze Cd komt van het gelijknamige lied uit Johannes Brahms´ Vier Quartette, Op. 92 (1884). Het zet de toon van de cyclus: nacht en haar vele facetten. Drew legt uit: ´Het meest bekende is waarschijnlijk de Schubertiaanse en Romantische kant van de nacht, met haar eenzaamheid en vooral Sehnsucht en Weltschmerz. Maar er zijn ook sociale aspecten: de herinneringen, het samenzijn met geliefden en ontmoetingen met aantrekkelijke onbekenden. De nacht kan sensueel en intiem zijn, in spirituele en fysieke zin. ´ Volgens het kwartet bieden de Drei Quartette, op. 31 van Brahms, een perfect voorbeeld hiervan. In dit werk, verbeeldt ieder stuk een ander nachtelijk kenmerk: een dansfeest in `Wechsellied zum Tanze` , speels geplaag in `Neckereien`, en uiteindelijk een sensueel verlangen in het meesterwerk `Der Gang zum Liebchen´, voor het kwartet een van de mooiste korte werken in dit genre.
Naast het thematische verband tussen de stukken en de sociale nabijheid van de componisten, is er ook muzikale samenhang. De meest opvallende is tussen ´O schöne Nacht´ zelf en ´Nacht ist wie ein stilles Meer´ uit Vier Notturnos van Heinrich von Herzogenberg (1843-1900). De eerste twee maten van deze liederen zijn identiek; vaak denkt men dat Herzogenberg ze heeft gekopieerd van zijn beroemde tijdgenoot. Maar het blijkt Brahms te zijn die zijn vriend eert met een echo van de openingsfrase en het daaropvolgende syncopenmotief. Het lied stelt iedere stem tentoon: na de vierstemmige opening heeft iedere stem, van laag naar hoog, een eigen frase. Daarin introduceert Herzogenberg natuurverschijnselen: respectievelijk de maan, de sterren, de dauw en de nachtegaal. Het lied eindigt met een betoverende onvolledige zin (`de jongen sluipt zachtjes naar zijn geliefde´). De herhaling van het woord zachtjes (´sacht´), gezongen door het hele kwartet, heeft een bijna seksuele ondertoon.
Zigeunerlieder
Brahms´ Op. 112 presenteert een serie contrasten: de eerste twee liederen belichamen rusteloos, Romantisch, existentieel verlangen, terwijl de laatste vier liederen de andere, positieve kant van de medaille tonen. Brahms´ referenties naar volkstradities (de teksten zijn vertaald uit het Hongaars) zijn subtiel, doch effectief. Als de poëzie onregelmatige verzen vertoont, licht hij deze juist uit; wanneer zij regelmatig zijn, gebruikt hij herhaling en verlenging om een elegante onregelmatigheid te scheppen. Brahms ondersteunt zijn beslissingen met sterke, gewaagde ritmische motieven en geeft deze prachtige liederen zo een fris, dansend karakter.
Los daarvan zijn Brahms’ woordbeelden in Op.112 buitengewoon expressief. In verwijzingen naar vogels gebruikt hij snelle staccato’s, zuchten zijn verlangende intervalsprongen, droevige onwetendheid wordt begeleid door troebele pianomotieven en de klank verandert drastisch wanneer een nieuw personage wordt geïntroduceerd. Guy: ´Ik durf te beweren dat deze stukken deel uitmaken van Brahms´ meest zelfverzekerde vocaal werk en van zijn grote gezag over de kleuren van de piano.´
Gustav Jenner
Gustav Jenner (1865-1920) was de enige formele compositiestudent van Brahms. Sommigen zeggen dat hij zonder deze twijfelachtige eer nooit herinnerd zou zijn, maar het kwartet is juist ontzettend enthousiast over de unieke stem van deze componist. Marine: ´Er brandt een vuur in zijn vocale muziek, een theatrale en soms choquerende energie. Zijn muziek voorspelt de extreme dramatische effecten van Alban Berg.´
Op deze cd vindt u vier liederen uit Jenners Zwölf Quartette. Het eerste daarvan (tevens het tweede van de cyclus), ´Richten will ich Tisch und Gastmahl´, is misschien wel het beste voorbeeld van zijn verhalende en bij vlagen explosieve compositiestijl. De opening doet denken aan het krachtige ´Kyrie´ uit Mozarts Requiem (ook in een ijzingwekkend d-klein). Met stevige structuren die op de tel vallen, creëert Jenner een aanhoudende treurzang voor dit macabere spektakel en met trillende gebaren van de piano en grote intervallen in de stemmen, houdt hij het gevoel van angst en spanning hoog. De tekstbehandeling is buitengewoon dramatisch in dit lied: een fluisterend gezongen ´ach´, de ultieme uiting van pijn, brengt de muziek bijna tot een stop.
Heinrich von Herzogenberg
Heinrich von Herzogenberg en Brahms werden vrienden door Herzogenbergers huwelijk met Elisabeth von Stockhausen, een voormalige pianostudente van Brahms. Het paar communiceerde intensief met de componist. Brahms stuurde vaak zijn manuscripten naar hen op, met aantekeningen en grapjes, net als in ´O schöne Nacht´ in 1877, waarin hij zijn plagiaat verlegen als compliment bestempelde. De muziek van Herzogenberg is net zo Romantisch als die van Brahms, maar met nog dramatischer uitgerekte vormen en frases. Een waar plezier om te zingen en naar te luisteren, zegt Drew: ´De muziek bevat zulke grote lyrische gebaren en is zo ongelooflijk sensueel! ´
Alle teksten in Herzogenbergs Vier Notturnos, Op. 22 (eerste uitgave 1876), zijn van de hand van Joseph von Eichendorff (1788-1857), wiens gedichten ook andere componisten, als Mendelssohn, Wolf en Richard Strauss inspireerden. In het eerste lied ´Wär´s dunkel, ich läg im Walde´, lijkt de verteller op iemand te wachten, maar de toehoorder komt niet te weten op wie of waarom. In het originele gedicht Die Einsame, echter, volgt nog een fragment dat dit mysterie oplost: het verlangen is naar een onbereikbare geliefde. In Notturnos krijgen we een dergelijke oplossing niet – alle vier de liederen onderzoeken de onbeantwoorde liefde, zelfs het vlotte derde Notturno ´Intermezzo: Zwei Musikanten zieh´n daher´. Het vierde lied, het langste van de vier, beschrijft beangstigende bos-scenes, die tegelijk pijnlijk mooi en ijzingwekkend zijn; het is dan ook voorstelbaar dat Eichendorff dit gedicht schreef na de dood van zijn kind.
Brahms´ piano
Flore Merlin, de pianiste op deze cd, speelt in deze opname op een bijzondere piano: een J.B. Streicher vleugel uit ca. 1868. De heer Piet Kuijken, de eigenaar, was zo vriendelijk ons dit instrument voor de opnames uit te lenen. Vanaf ongeveer 1860 speelde Brahms het liefste op de Streicher piano´s en verkreeg een instrument van de bouwer in 1872 (net als dit instrument enkelsnarig) om thuis te gebruiken. Op die piano speelde en componeerde Brahms tot zijn dood. Marine: ´Het is heel bijzonder met een instrument uit die tijd muziek te maken. De relatie van Brahms tot dit instrument geeft een unieke inkijk in zijn klankwereld en muzikale visie. ´
Maar er zijn ook daadwerkelijk concrete muzikale resultaten van ons werk met dit instrument: ´Op een moderne vleugel moet Flore zich altijd inhouden in haar gebruik van dynamiek, omdat zij ons anders overstemt. Op deze piano kan zij echt spelen zoals het op blad staat, dat geeft meer contrast. En dat maakt weer dat wij subtieler kunnen zijn. ´ De registers van deze piano klinken opmerkelijk verschillend van elkaar. De bas heeft hele krachtige kleuren, terwijl de hoogte lyrisch en zacht is. Door deze veelzijdigheid moesten wij onze behandeling van de muziek aanpassen. In tegenstelling tot een moderne piano, die zo is afgestemd dat hij een egaal geluid weergeeft in de laagte zowel als in de hoogte, heeft de Streicher een individuele muzikale persoonlijkheid, net als de menselijke stem. ´Dat betekende wél dat wij wat moesten experimenteren, ´ zegt Marine. ´Maar uiteindelijk werd het prachtig. ´
De piano krijgt zijn eigen momenten in de Notturnos, Op. 28 van Theodor Kirchner (1823-1903). Damask wilde al sinds het begin dat er solo pianowerken op de cd zouden komen te staan, net als in hun concerten. Normaal gesproken kiezen zij dan voor stukken van Brahms, maar op deze cd wilden zij iets anders. Katharine legt uit: ´Toen Flore deze wonderschone stukken vond, die nog nooit waren opgenomen, voelde het alsof we de hoofdprijs hadden gewonnen. ´
Kirchner was bevriend met en bewonderd door vele componisten, waaronder de Schumanns en Brahms, maar eeuwig in de financiële en persoonlijke problemen. Misschien heeft hij daarom wel meer dan een eeuw liggen smachten in vergetelheid. Deze vier Notturnos, vol passie, nadenkend en verlangend laten de pure waarde van zijn stem als componist zien, maar ook de rijke kleurenwereld van de Streicher vleugel.
Bij elkaar
Kamermuziek is niet de enige bezigheid van de leden van Damask. Zij zijn daarnaast veelgevraagde solisten in opera en oratorium en dirigenten in Europa en Noord-Amerika. Samenkomen is een zaak van strakke planning, zodat zij zoveel mogelijk repertoire in hun weinige repetitietijd kunnen proppen. Drew lacht: ´Onze bijeenkomsten zijn altijd heel intensief, we slapen zelfs vaak in hetzelfde huis! Gelukkig zijn wij een goede combinatie. Wij passen zowel op muzikaal als op persoonlijk vlak bij elkaar. We koken, eten en lachen veel als wij samen zijn en even niet aan het werk moeten. ´
De opnames vonden plaats in een oude boerderij, die is omgebouwd tot concertzaal ´Onder de linden´, in het dorp Valthermond in het Oosten van Nederland. Zoals gebruikelijk overnachtte het ensemble daar ook, deze keer vergezeld door Flore en Frerik de Jong, opnameproducent en eigenaar van het label 7MNTN. Het opnameproces vergde diepe concentratie, vertelt Katharine: ´Wij willen graag het verhaal van elk lied vertellen. Dat proberen wij ook in onze optredens, maar een publiek via een opname bereiken, is veel intiemer. In een opname is ieder woord, gebaar en kleine verandering in kleur van invloed op het verhaal. ´
Frerik was onder de indruk van het uithoudingsvermogen van de musici: ´Na een volle dag opnemen, deden we tóch nog een sessie na het eten, omdat zíj nog door wilden gaan. Ik kan mij niet herinneren ooit zoveel ambitie tijdens een opnamesessie gezien te hebben. Deze musici durven hun grenzen te verleggen en werken iedere seconde met volle concentratie. ´